We kregen massaal veel vragen tijdens en na onze miniconferentie over de digisprong. Op deze pagina bundelden we de vragen die ook na de infosessie van de overheid op 12 februari nog overeind bleven. We weten intussen al heel wat meer, maar lang nog niet alles. We hopen jullie via deze weg voldoende geïnformeerd te hebben en houden jullie verder op de hoogte.

Vraag 1: Hoe gaan we de reusachtige nood aan bijscholing voor leerkrachten én leerlingen aanpakken?

Dit dient zeker de nodige aandacht te krijgen en is dan ook een wezenlijk onderdeel van de visietekst over de Digisprong: ‘Speerpunt 3: ICT-competente leerkrachten en lerarenopleiders en aangepaste digitale leermiddelen.’ Het reeds bestaande professionaliseringsaanbod dient verder afgestemd te worden op de noden van leraren. Daarnaast dienen de nodige initiatieven ondernomen te worden om ervoor te zorgen dat leraren daadwerkelijk hun weg tot dit aanbod vinden. In deze context dient er nagedacht te worden over de mogelijkheden van online professionalisering (op ICT-vlak) voor leraren. Uit Talis-onderzoek blijkt dat Vlaamse leraren slechts weinig gebruik maken van online professionalisering in vergelijking met de ons omringende landen. Online professionalisering biedt onder meer voordelen wat betreft toegankelijkheid en het vormen van professionele netwerken. Daarnaast kan online professionalisering an sich ook bijdragen aan het ontwikkelen van digitale vaardigheden van leraren.

 

Vraag 2: Hoe wordt naar toekomst gekeken op vlak van software, alternatieven voor bv Snappet, Smartschool, office 365?

Hier zullen inderdaad keuzes moeten gemaakt worden, waarin het beoogde doel het uitgangspunt dient te zijn. Praktische/economische/GDPR-overwegingen kunnen niet uitgesloten worden, maar de ondersteuning die de tool kan betekenen voor de instructie en het leren van de leerlingen dient leidend te zijn.
Een belangrijke afweging lijkt me de volgende. Enerzijds is er een veelheid aan aanbieders en tools die zich specifiek richten op één bepaalde behoefte of noodzaak. Wat op zich natuurlijk beantwoordt aan de eis van de tool ondersteunt het beoogde doel. Anderzijds zijn er de meer all-in-one elektronische leeromgevingen, die een vlot beheer, verzameling van data en opvolging van leerlingen … mogelijk maken. Een dergelijk platform mag niet (in hoofdzaak) leidend zijn in de te maken keuzes en dient dus de (technologische) mogelijkheid te hebben om makkelijk de integratie van tools van derde partijen toe te laten, wanneer dit noodzakelijk is voor het leerproces van leerlingen.

 

Vraag 3: Verhogen de ICT-uren voor leerlingen en ICT-coördinatoren?

Het verhogen van de ICT-uren maakt specifiek onderdeel uit van speerpunt 2 in de visienota van de Vlaamse Regering ‘Een sterk ondersteunend en doeltreffend ICT-schoolbeleid’. Het gaat hier niet uitsluitend om een verhoging van het aantal uren, maar ook de invulling van het ambt, die niet alleen gericht is op de noodzakelijke louter technische ondersteuning. De focus dient evenzeer komen te liggen op het ondersteunen van leraren en leerlingen op respectievelijk pedagogisch-didactisch vlak en het inzetten van technologie om het leren te ondersteunen.
Verhogen van ICT-uren voor leerlingen is mijns inziens minder noodzakelijk, indien technologie een geïntegreerde plaats krijgt binnen de verschillende vakken.

 

Vraag 4: Komt de kans om veilige openbronsoftware voor leerlingen te voorzien? In andere EU-landen ziet men dat in, in Vlaanderen blijft men ‘big tech’ subsidiëren door huur van software ipv te investeren in eigen open software.

We denken dat het antwoord op deze vraag voor een stuk vervat is in vraag 4.

 

Vraag 5: Zullen we ICT-integratie kunnen gaan evalueren, meten? En hoe dan?

Voor het meten van de integratie op zich (het daadwerkelijk inzetten en gebruiken) bestaan reeds bepaalde screeningstools en kunnen ontwikkelingen gedetecteerd worden. Hierbij kan gedacht worden aan de ‘Monitor ICT integratie in het Vlaams Onderwijs’ (Mictivo).
Voorts is er speerpunt 4 van de visienota Digisprong ‘Een kennis- en adviescentrum ‘Digisprong’ ten dienste van het onderwijsveld’ waarvan een data-gedreven onderwijsbeleid deel uitmaakt en de opvolging van de effecten van de Digisprong een doelstelling kan/dient te zijn.


Daarnaast zijn er nog andere initiatieven die door de overheid aangestuurd worden, zoals het ‘Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek’ naar de kenmerken en randvoorwaarden voor de implementatie van gecombineerd/blended leren in het secundair onderwijs. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de UGent, VUB en ExCEL Thomas More.

 

Vraag 6: Is dit een eenmalige injectie of zal er elk jaar een hoger budget voorzien worden zodat er continuïteit kan zijn in laptops voor leerlingen?

Momenteel is deze injectie éénmalig, maar in 2023-2024 komt er een uitgebreide evaluatie. Op basis van deze data kan men pas (en zal men ook) echt bekijken wat het vervolgverhaal van Digisprong wordt. Zie ook onder vraag 8.

 

Vraag 7: Komt er een compensatie voor ouders/scholen die al investering aangegaan zijn?

Hierop komt later een antwoord op via de website van Onderwijs Vlaanderen . Zie ook onder vraag 8.

 

Vraag 8: Wat met volwassenenonderwijs en meer bepaald basiseducatie? Komen zij ook in aanmerking?

De doelgroepen worden bekend gemaakt net voor de paasvakantie.

Antwoorden op vragen 6, 7 en 8 werden reeds officieel beantwoord, maar deze moeten nog langs het Vlaams Parlement gaan gedurende de maand maart. De antwoorden zullen gebundeld worden op een nieuwe ‘Digisprong website‘ en dit alles wordt volledig gecommuniceerd voor de paasvakantie. Ook het bedrag dat scholen zullen krijgen per leerling voor een toestel, infrastructuur … wordt dan helder.